Historie Drumband

In de lange historie van de Koninklijke Oude Harmonie speelt de trommel een belangrijke rol. Echter, aanvankelijk slechts ter ondersteuning van de muziek, zoals die gespeeld werd door de muzikanten van de harmonie. In 1933 bijvoorbeeld liepen bij de harmonie slechts twee mensen met kleine trom. In 1949 kwamen de volgende personen op het idee om een drumband op te richten: de heren Guillaume Sabel, Jacques Janssen, Jules Warnier en Pierre Warnier. Op 14 april 1949 werd tijdens een bestuursvergadering besloten dat deze groep zich verder mocht uitbreiden. De eerste instructeur werd de heer Geurts. Al vrij snel voegde Martin Warnier (die later jarenlang tamboer-maître zou zijn en daarna bestuurslid, een functie, die hij nog steeds bekleedt) zich bij deze groep. In 1999 viert hij dus, evenals de drumband, het 50-jarig jubileum.

In 1956 omarmde de drumband de eerste vrouwelijke leden, waarmee een begin gemaakt werd met de emancipatie in de tot dan toe conservatieve blaas- en tamboerwereld.

Instructeurs en tamboer-maîtres

Zoals hierboven vermeld, was de heer Geurts de eerste instructeur en ook de eerste tamboer-maître. De volgende tamboer-maître was Jacques Janssen, die later ook instructeur zou worden. Hij werd opgevolgd door André Heye, die om het leven kwam bij een verkeersongeval. Daarna nam Martin Warnier deze functie op zich en hij werd tevens instructeur. Deze dubbelrol zou hij jarenlang vervullen. In 1976 en 1977 nam Louis Wolfs tijdelijk de taken van Martin Warnier over, waarna deze weer terugkeerde. Ook werd het tamboer-maîtreschap daarna nog enige maanden vervuld door Léon Selbach. Later, in de jaren negentig, werden de functies van instructeur en tamboer-maître losgekoppeld. In september 1991 werd Hans Croes als instructeur benoemd. Na een succesvolle periode (hierover later meer) gaf hij op 15 mei 1996 zijn laatste repetitie en op woensdag 3 juli kreeg hij een stijlvol afscheid aangeboden. In september 1996 werd hij opgevolgd door Frank Marx. De rol van tamboer-maître werd vervuld door Johnny Warnier en daarna door Marcel Warnier, die nog steeds in functie is.

Opleiding

Naarmate de drumband zich verder ontwikkelde, werd ook de muzikale opleiding van het slagwerk steeds belangrijker. Veelal werd de opleiding van jonge tamboers ter hand genomen door eigen leden. In dit kader noemen wij Martin Warnier, Louis Wolfs, Bep Wolfs, Bertie Narinx, Rina Partouns, Johnny Warnier, Raymond Spons, Raymond Schilperoort, Jeffrey Weertz, Bianca Warnier en Marc Warnier. Mede door deze gerichte aanpak kwam een aantal jeugdige leden van de drumband in de loop der jaren tot schitterende individuele prestaties: In 1980 werden Chris Tossings (toen Prins Bernhardstraat) en Chris Tossings (toen Kerkstraat) als duo Nederlands kampioen. Op 20 november 1988 werd Raymond Spons in de KRO-studio’s in Hilversum Nederlands kampioen, samen met Danny van de Wal van de fanfare St. Joseph uit Meers-Elsloo. Zij veroverden de titel in de eredivisie bij de kleine ensembles met 111 punten. Raymond bespeelde de marimba en Danny de vibrafoon. Hun optreden liet iedereen muisstil worden volgens het Limburgs Dagblad. In januari 1996 won het trio Robert Quint, Toby Warnier en Ivo Croes in Itteren het solistenconcours van de Limburgse Bond van Tamboerkorpsen. Zij behaalden in de derde divisie sectie-C 55 punten, zijnde de hoogste score van alle 51 deelnemers. Op 16 maart 1996 pakten zij in Heerlerbaan de Limburgse titel met 104,5 punten (met lof) en op 12 mei 1996 in Berlicum de Nederlandse titel (105 punten, met lof). In de tachtiger jaren werd ook een jeugddrumband geformeerd, die succesvol was op een concours in Kanne onder leiding van Chris Tossings (toen Prins Bernhardstraat). Ook Chris Tossings (toen Kerkstraat) was tamboer-maître van de jeugdige tamboers. De jeugddrumband wordt momenteel geleid door Raymond Spons. Dit onderdeel trad in de negentiger jaren vooral naar voren tijdens het jaarlijkse leerlingenconcert.

Bestuursleden

Binnen het bestuur van de Koninklijke Oude Harmonie gingen zich ook een aantal mensen speciaal met de drumband bezighouden, omdat deze steeds groter werd en ook steeds meer aan concoursen ging deelnemen. We vermelden Hay Pachen, Peet Houthuizen, Henri Wolfs, Jo Bartels (die zou uitgroeien tot de godfather van de drumband), Nico Martens, Henri Partouns, Frans “Bob” Warnier, Mathieu Tossings, Bep Wolfs, Kai Janssen, Martin Warnier-Frijns en Johnny Warnier. Sinds 1998 is een speciale commissie drumband actief, waarin naast bestuursleden ook enige leden van de drumband zelf zitting hebben.

Taken

Aanvankelijk waren de belangrijkste taken van de tamboers vooral gericht op het ondersteunen van de harmonie bij een muzikale rondgang. Echter, al spoedig trad de drumband ook alleen voor het voetlicht. Zo zijn de leden tijdens de jaarlijkse Bronkfeesten al zeer vroeg in de ochtend actief. De kapitein van de Jonkheid wordt dan namelijk letterlijk opgetrommeld, waarna een reveille-ronde door de gemeente volgt. Verder is de drumband al jarenlang het Prinsen-garderegiment van de carnavalsvereniging “de Klèèflep”. Uiteraard vergezelden de tamboers de harmonie ook bij de buitenlandse reizen naar Straatsburg, Schwaikheim en Backnang. Ook de Belgische grens werd daarbij zeer vaak overschreden voor cortèges in Visé, Berneau, Battice en Verviers. Daarnaast nam de drumband vele malen deel aan een concours, waarover in het vervolg bericht wordt.

Concourskroniek

In 1955 nam de drumband voor het eerst deel aan een concours en wel in Sint-Geertruid. Onder leiding van de heer Geurts behaalde men een eerste prijs met 98 punten. In 1956 leidde deze instructeur het korps naar een eerste prijs in ‘s-Gravenvoeren in België. In 1959 volgde een eerste deelname aan het Wereldmuziekconcours in Bree in België onder leiding van Jacques Janssen. Het optreden aldaar werd beloond met 108 punten, zijnde een eerste prijs met lof der jury. In 1960 werd onder leiding van André Heye in Geulle een eerste prijs en de tamboer-maîtreprijs behaald. Daarna begon de drumband een imposante erelijst op te bouwen onder leiding van instructeur Martin Warnier (“de Lange” voor intimi). In 1966 werd onder zijn leiding deelgenomen aan een bondsconcours in Roermond. Er werden twee 1e prijzen met lof behaald, de tamboer-maîtreprijs en het hoogste aantal punten. (Mars 137 punten en concert 117,5.) Geen slechte start dus op een bondsconcours. Op 28 augustus 1967 werd voor de tweede maal deelgenomen aan een bondsconcours, ditmaal in Baexem. De drumband kwam uit in de superieure afdeling, maar voor het eerst in sectie-A. Het resultaat stond weer als een huis: tweemaal 1e prijs met lof, tamboer-maîtreprijs en hoogste aantal punten van de 26 deelnemende korpsen (mars 135,5 en concert 132 punten). Op 10 december 1967 veroverde de drumband van de KOH in Kessel voor het eerst in de historie het Limburgs Kampioenschap. Men behaalde in totaal 253,5 punten (van de 280 maximaal te behalen punten, eerste prijs met lof der jury, die gevormd werd door de heren M. Schneider uit Den Haag en J. Jochems uit Roermond). Uitgevoerde werken waren “The Conqueror” in de marswedstrijd en “The Last Moment” in de concertwedstrijd. De drumband telde toen 16 leden en stond onder leiding van Martin Warnier, die net zijn eerste lustrum als tamboer-maître vierde. Op maandagavond 11 december 1967 werd het succesvolle korps ontvangen op het gemeentehuis door burgemeester Duijsens, die ook nog eens het concours in Baexem memoreerde, dat de poorten naar dit succes wagenwijd opende. De harmonie begeleidde uiteraard haar succesvolle drumband naar het gemeentehuis, waar ook de wethouders W. van de Berg en J. Huijnen aanwezig waren, evenals gemeentesecretaris F.Rubens en notaris J.van Hall. Na de ontvangst op het gemeentehuis volgde in het verenigingslokaal een druk bezochte receptie. In 1969 ging het korps naar een bondsconcours in Heerlen en kwam uit in de superieure afdeling in de sectie-A. Men behaalde in de marswedstrijd 129,5 punten en in de concertwedstrijd 131 punten met de geliefde “Downvalley”. Tweemaal 1e prijs met lof en hoogste aantal punten. Op 23 november 1969 werd voor de tweede maal deelgenomen aan het Limburgs Kampioenschap in de superieure afdeling, dit maal in Treebeek. Met “Downvalley” (124,5 punten) en “V For Victory” (123,5 punten) werd opnieuw de oranje wimpel binnengehaald. Voor de tweede maal mocht men zich Limburgs Kampioen noemen. Op 25 mei 1970 nam men in het snikhete Gulpen deel aan het bondsconcours en weer werd een indrukwekkende score opgebouwd: tweemaal 1e prijs met lof (72,5 punten voor het marcherend werk en 74 punten voor het concertwerk), tamboer-maîtreprijs en hoogste aantal punten. In het juryrapport stond: “Prima mannen” en even later: “Pardon, dames en heren”, nadat men blijkbaar even rondgekeken had. Op 13 september 1970 streed de drumband in Pey-Echt voor het eerst om het Nederlands Kampioenschap. In totaal werden voor “Down the Street” en “Triomf door Ritmiek Nr. 1” 136 punten behaald, maar Someren sleepte de titel in de wacht. De drumband van de KOH werd tweede. In november 1970 werd het korps voor de derde maal Limburgs Kampioen in de Rodahal in Kerkrade met “V For Victory” en “Triomf door Ritmiek Nr. 1”. De drumband werd op 30 november op het Stationsplein afgehaald door de eigen harmonie, de drumband van de schutterij Sint Sebastianus uit Oost-Maarland, de drumband van harmonie Diligentia uit Eckelrade en de koninklijke oude harmonie van Heer. De kampioenen werden op het gemeentehuis ontvangen door loco-burgemeester H. Mertens (burgemeester Duysens was wel aanwezig, maar hij was ziek), die hier zijn eerste officiële daad verrichtte en dit een grote eer noemde. Hierna volgde in het verenigingslokaal een mooie receptie. Eén van de absolute hoogtepunten uit de rijke historie van dit korps was het veroveren van het Nederlands Kampioenschap op 12 september 1971 te Honselersdijk (Zuid Holland) in de grote hal van de Coöperatieve Bloemveiling. Voor “Drumfestival Rio Grande” kreeg men van de juryleden Van Veluwe en Laros 70,5 punten en voor “Margos In Jumping Five” 74 punten. De vreugde en het onthaal in Eijsden waren overweldigend. Dit was natuurlijk ook een daverend succes voor de man, die het korps naar dit niveau getild had, instructeur en tamboer-maître Martin Warnier. Na dit succes bleef de drumband niet stilstaan maar ging verder met het binnenhalen van successen. In september 1972 nam men deel aan het bondsconcours in Berg aan de Maas in de Eredivisie (sector A, sectie I), die net gevormd was. Voor “St. Ceciliamars” van J.G.Schroen kreeg men 69 punten en voor het concert “Triomf door Ritmiek Nr. 3” van Sandrie Egberts 67,5 punten. Het korps haalde weer het hoogste aantal punten en Martin Warnier kreeg weer eens de tamboer-maîtreprijs. Op zondag 26 november 1972 vond het Limburgs Kampioenschap plaats in de Rodahal in Kerkrade en de tamboers van de KOH behaalden met “Downvalley” en “Drumfestival Rio Grande” 185,5 punten in totaal. Dit was een half punt minder dan de drumband en het klaroenkorps van Sainte Cécile uit Eijsden, dus net geen titel. Tijdens het bondsconcours te Limmel-Maastricht in 1973 kreeg men voor “Drumspecial” en “American Post” 205 punten, een eerste prijs met promotie (alhoewel dit laatste niet mogelijk is, want hoger dan de Eredivisie gaat niet). In 1973 werd men in Kerkrade voor de vierde keer Limburgs Kampioen. “Wirlwind” leverde 91 punten op en troetelkind “Margos In Jumping Five” 101 punten. In 1977 (28 augustus) ging men naar het bondsconcours in Nieuwenhagen onder leiding van Louis Wolfs. Hier leverde het korps een prima prestatie: 216,5 punten, dus een eerste prijs met promotie. Ook in 1977 nam de drumband deel aan het Limburgs Kampioenschap in Echt, weer onder leiding van Louis Wolfs: “Dutch Percussion” en “Drumspecial” leverden 203,5 punten op, maar helaas geen wimpel. Vervolgens keerde Martin Warnier weer terug als instructeur. Op 28 september 1980 tijdens het bondsconcours te Roggel behaalde het korps met 209 punten een eerste prijs met promotie. Op 30 november 1980 tijdens het Limburgs Kampioenschap in Nederweert werden 204,5 punten in de wacht gesleept, maar dit was niet genoeg voor een oranje wimpel. Op 12 september 1982 deed de drumband mee aan het bondsconcours in Baexem en kreeg van de jury 307 punten voor “Marching Through Scotland” en “Solisten Jolijt”, een eerste prijs met promotie. Men lag toen nog 13 punten achter op de concurrenten uit Obbicht. Echter, op 28 november 1982 kwam de revanche. Tijdens het Limburgs Kampioenschap in de Eredivisie sectie-A in sporthal Varenbeuk in Heerlen wist men Obbicht nu wel te verslaan en zo voor de vijfde maal de begeerde oranje wimpel te bemachtigen. “Finishing Touch” en “Solisten Jolijt” leverden samen 317,5 punten op. De jury vond het een keurige groep met veel discipline en vele technische hoogstandjes. De wimpel werd uitgereikt op zaterdag 18 december 1982 in het eigen verenigingslokaal. In 1983 trad men in Wouw aan voor de nationale titelstrijd met “Talking Drums” en “Finishing Touch”. Omdat er zeer lang gewacht moest worden voor het optreden, speelden de zenuwen een grote rol. Men behaalde met 310,5 punten een mooie score, maar niet genoeg voor de wimpel. Een fraaie eerste prijs met 317 punten werd veroverd op 28 september1986 tijdens het bondsconcours in Melderslo. De Limburgse titelstrijd op 30 november in Heel leverde in datzelfde jaar een fraaie tweede plaats op met 315,5 punten. Op 16 september 1990 behaalde men tijdens het bondsconcours in Sittard 306 punten in de Eredivisie sectie A-a en op 25 november 1990 315,5 punten tijdens het Limburgs Kampioenschap in Reuver: men werd tweede achter Schin op Geul. Op 17 juli 1992 gaf de drumband van de KOH in Eijsden een indrukwekkend concert ter ere van het 40-jarig jubileum van de drumband en het klaroenkorps van de Koninklijke Harmonie Sainte Cécile. In september 1994 ging men voor het eerst op bondsconcours onder leiding van Hans Croes, die Martin Warnier in 1991 was opgevolgd. Hieraan ging een intensieve voorbereiding vooraf met festivaldeelnames in 1994 in Maastricht (Gele Rijders), Dieteren, Hamont, Geulle, Eckelrade, Simpelveld, Melick en Grevenbicht. Men kwam voor het eerst uit in de Eredivisie, sectie A-b. Dit betekende een eerste stap in de richting van meer melodisch slagwerk. In Heythuysen (25 september) haalde men 90 van de 100 te verdienen punten, een eerste prijs met lof der jury. Daarna volgde op 30 september een druk bezochte receptie. Op 27 november 1994 in Brunssum was 93,85 van de 100 punten net niet genoeg voor de Limburgse titel: deze ging naar Roggel. In 1996 werd Hans Croes als instructeur opgevolgd door Frank Marx. Onder diens leiding zou de drumband naar nog grotere hoogte doorgroeien. Bovendien koos de drumband voor deelname in de Eredivisie sectie A-b podium, hetgeen inhield dat men alleen nog concertwerken uitvoerde met veel melodisch slagwerk. Men kan dan ook niet meer spreken van een drumband, maar men zou het korps moeten gaan betitelen als een percussiegroep, die over een indrukwekkend instrumentarium beschikt. In 1998 ging men met Frank Marx voor het eerst op concours en in de voorbereiding werd deelgenomen aan festivals in Geulle, Sittard en Mheer. Op zondag 4 oktober 1998 behaalde men in sporthal “De Wetteling” in Venray 95 van de 100 punten (een kwart punt meer dan grote concurrent Obbicht). Uitgevoerd werden “Jurassica” van L. Camp en “Bronk”, dat speciaal voor de drumband van de KOH gecomponeerd was door Gian Prince. Op 29 november 1998 in dezelfde sporthal in Venray klom men naar nog grotere hoogte: met maar liefst 97,5 van de 100 punten behaalde men de zesde Limburgse titel in de historie met twee composities, die speciaal voor de drumband van de KOH gemaakt werden: “Four Imaginary Scenes” van Vincent Cox en “Bronk” van Gian Prince. Iedereen op de tribune zat ademloos te luisteren naar de blauwe geweldenaars. Op maandagavond 30 november volgde een grandioze receptie, waar talrijke bevriende korpsen een serenade brachten. De felbegeerde oranje wimpel werd uitgereikt op woensdagavond 30 december 1998 tijdens het jaarlijkse Sylvesterconcert. Ook kreeg de drumband de beker van de gemeente Venray, omdat het korps het hoogste aantal punten van het Limburgs Kampioenschap behaalde. Op zondag 24 januari 1999 werd in Nederweert de kroon op het werk gezet: met 93,5 punten veroverde de drumband (voor de tweede maal in haar historie) de Nederlandse titel. Met zo’n erelijst mag men rustig zeggen dat de drumband van de KOH tot de absolute top behoort. Na zoveel succes behaald te hebben, werd er besloten deel te nemen aan het Wereld Muziek Concours te Kerkrade. De uitvoering van de werken “Reflections on the Thirteenth Mythe” (speciaal voor onze drumband geschreven door Vincet Cox) en Bronk van Gian Prince werd beloond met 86,03 punten. Een eerste prijs met Gouden Medaille!
Op 26 november 2006 werd er deelgenomen aan de Limburgse Kampioenschappen o.l.v. Frank Marx. Met een half uur durend concert werd beloond met maar liefst 95,92 punten, genoeg voor een eerste prijs met lof der jury en voor de zevende maal het Limburgs Kampioenschap. Op 3 februari 2007 werd er deelgenomen aan de Nederlandse Kampioenschappen te Winterswijk. Met een score van maar liefst 95,3 punten werd de derde plaats behaald tijdens deze kampioenschappen.
In 2010 werd Frank Marx opgevolgd door Henrico Stevens. Met deze dirigent wordt er momenteel verder gebouwd aan de toekomst. Dat het een succesvolle samenwerking is blijkt wel uit het feit dat op 18 november 2012 (het eerste concours met de nieuwe dirigent) de Limburgse titel voor de achtse maal werd behaald met 95,08 punten. Na het behalen van deze titel werd besolten in te gaan op de utinodiging voor de Nederlandse Kampioenschappen op 23 februari te Meijel. In zalencentrum “D’n Binger” werd het publiek geboeid met een hoogstaand concert. Met 94,58 punten bleef het slagwerkensemble van de KOH de concurrenten uit Appingedam met 0,58 punten voor. De derde Nederlandse titel op het hoogste nivo was een feit!

Andere wetenswaardigheden

De drumband kreeg in de vijftiger jaren de eerste uniformen, een jaar eerder dan de harmonie, omdat de financiën niet toereikend waren om beide onderdelen van de vereniging op hetzelfde moment in het nieuw te steken. Op maandagavond 14 november 1966 werd het uit 22 personen bestaande trommelkorps (acht dames) voorzien van een compleet nieuw instrumentarium. Zij spaarden dit grotendeels zelf bij elkaar in één jaar. Het bedrag (f 7000,-) kwam op tafel door fancyfair avonden, wijnfeesten en oud-papier-acties. In juni 1981 geschiedde dit opnieuw, maar nu was het vereiste bedrag f 35.000,-. Dit werd bijeengebracht door het instrumenten- en uniformenfonds en het actieve damescomité. Men kreeg 25 trommen, 3 pauken, één overslagtrom en een koebel. Het korps telde op dat moment 30 leden.

Het is interessant om de ledenontwikkeling van de drumband eens na te gaan: in 1956 telde het korps 16 leden, in 1962 20 leden, in 1964 22, in 1971 19 en in 1974 eveneens 19. Daarna schommelde het ledental steeds rond de 20 en groeide in de negentiger jaren naar gemiddeld 25.

In september 1989 werd op gepaste wijze het veertig jarig jubileum van de drumband gevierd met een drumbandfestival, een receptie, een reünie voor oud-leden, een Heilige Mis en een superkienavond. Ook Martin Warnier vierde toen zijn veertig jarig jubileum en hij mag rustig het boegbeeld van de drumband genoemd worden. In 1999 is hij nog steeds actief voor “zijn” drumband en wel als bestuurslid. De drumband viert in 1999 haar 50-jarig bestaan. In 2009 werd met een feestweekend het 60-jarig jubileum gevierd.
Met de recente successen nog vers in het geheugen mag de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet worden gezien. Aan het begin van deze eeuw behoort dit korps tot het allerbeste, wat Limburg (en zelfs Nederland) op percussiegebied te bieden heeft.