Historie Blauwe Biet

In oktober 1956 werd door een aantal muziekanten van de KOH de blaaskapel “De blauwe Biet” opgericht. Het was een gevolg op “De blow Aonhawers”. De reden van de oprichting was het feit dat men het carnavalsgebeuren zelf wilde gaan opluisteren. Er vond namelijk al enige jaren carnavalszittingen plaats in de harmoniezaal en te gast was dan vaak de carnavalsvereniging “De Kemeleers” uit Maastricht, die dan een hofkapel meenam om de muzikale omlijsting te verzorgen.
Vanaf 1957 werden de zittingen van de Eijsdense carnavalsvereniging “De Klèèflep” opgeluisterd door de eigen hofkapel “De Blauwe Biet”. De muzikanten waren gekleed in een blauwe kiel. De eerste kapelmeester werd Henri Sipers, die ook de onderdirecteur van de harmonie was. In de eerste jaren na de oprichting nam de kapel vaak deel aan blaaskapellenconcoursen. Zo veroverde het gezelschap in 1959 in het staargebouw in Maastricht het hoogste aantal punten. Men veroverde eerste prijzen met lof der jury in Limbricht, Maasbracht, Banholt en Tegelen. Er werden ook concoursen in Eijsden georganiseerd, bijvoorbeeld op 31 maart 1963. De toenmalige dirigent van de KOH, Matthijs Scheffer, trad op als jurylid. In de zeventiger jaren werd nog een dikke eerste prijs gehaald in Wijlre.
 

Vlak na de oprichting maakte de kapel regelmatig buitenlandse reisjes en dan met name naar Duitsland. Zo reisde men naar Würsselen, Aken en Düsseldorf.
De kapel trad in 1964 ook op in Straatsburg, want alle leden van de kapel waren als lid van de harmonie aanwezig bij deze meerdaagse trip naar de Elzas. Zij speelden in een restaurant in Straatsburg zelfs zo goed dat het steeds drukker werd in de zaak. De eigenaar vroeg aan de Eijsdense musici of zij het optreden konden verlengen. Als tegenprestatie bood hij de kapel daarvoor een gratis maaltijd aan.

In het Duitse Altenahr maakte men kennis met de wijnfeesten. Bovendien was Henri Sipers dirigent in Hoensbroek waar men ook wijnfeesten organiseerde. Vanaf 1961 organiseerde de kapel ieder jaar in oktober, in een prachtig versierde zaal, het wijnfeest, met als hoogtepunt het uitroepen van de wijnkoningin. Aan het versieren van de zaal werden vaak 2 weken lang vele uren gespendeerd, niet alleen door leden van de kapel maar ook door de leden van de KOH, die niet bij de kapel speelden. In het jubileumjaar 1996 vond het wijnfeest voor de laatste maal plaats, omdat de belangstelling voor dit soort evenementen dalende was. In de zestiger jaren daarentegen was de zaal stampvol en werd de grote toeloop enkele malen opgevangen door het festijn te spreiden over 2 volle weekenden.
Op het eerder genoemde concours in Tegelen maakten de muzikanten van “De Blauwe Biet” kennis met de Ergerländer muziek, die zij vervolgens ook steeds meer in hun repertoire gingen opnemen.
De kapel nam deel aan de ontelbare festivals en speelde ook vaak pro Deo voor het goede doel: in het Eijsdense Philipsgebouw speelde zij vaker voor invalide kinderen en in de voormalige Eijsdense veilinghal wisten zij geld bijeen te brengen voor de kerk van Mariadorp. Zo werden hier talentenjachten georganiseerd, waarvan er ooit één gewonnen werd door Irene Lardy, die later bekend werd als zangeres.

 

 Op vrijdag vóór carnaval speelde de kapel jarenlang voor de bejaarden van Groot Maastricht in de Redoute en op de dag erna voor de gehandicapte kinderen in Maastricht, in de Boschstraat.
Op 1 januari 1966 werd Henri Partouns muzikaal leider van “De Blauwe Biet”. Dit is hij in 2006 nog steeds. Samen met trompettist Nico Spons is hij de enige muziekant die vanaf de oprichting lid is.
In datzelfde jaar vonden een aantal hoogtepunten uit de historie plaats. In september trad het ensemble op in de stadsschouwburg in Maastricht samen met Toon Hermans. Ook nam De Blauwe Biet deel aan het nationaal hofkapellenconcours, georganiseerd door de Katholieke Radio Omroep, met een deelname van meer dan 150 kapellen. De jury werd gevormd door Jo Budy, Martinus van het Woud en majoor H.F.W. van Diepenbeek, de dirigent van de Koninklijke Luchtmachtkapel.
Begin 1967 werd bekent dat “De Blauwe Biet” dit concours gewonnen had met de uitvoering van het verplichte werk “Het is maar eenmaal carnaval” en het keuzewerk “Wenn die lindebäume blühen”. De officiële uitslag werd bekendgemaakt in januari 1967 in het radioprogramma Djin van Jan Blaaser door programmaleider Herman Fikkert, bijgestaan door Jacques van Kollenburg en Ton Kool. Jan Blaaser en een ploeg van de KRO kwamen speciaal naar Eijsden om opnamen van de kapel te maken. De kapel speelde de concourswerken en nog een keer en verder nog “Wiener Praterleben” en “Politie” (dit is “Dé van vief gûle”, waarvan Lambert Pinckaers de geestelijke vader is). Dit laatste nummer werd gedirigeerd door Jan Blaaser, die voor de gelegenheid de naam Jeng gekregen had. Verder waren interviews te horen met de dirigent Henri Partouns en oud-dirigent Henri Sipers, die ook een groot aandeel had in dit succes. Ook Louis Partouns, buuttereedner van “De Klèèflep” werd geïnterviewd, waarbij de ontstaansgeschiedenis van de blaaskapel “De Blauwe Biet” uit de boeken werd gedaan.

Tijdens een rechtstreekse radio-uitzending in 1967 vanuit Eijsden overhandigde de voorzitter van de KRO, meester H. van Doorn, de eerste prijs aan kapelmeester Henri Partouns, zijnde een geldbundel met 500 losse guldens.
In 1966 werd het 10-jarig bestaan gevierd en kreeg de kapel nieuwe uniformen: prachtige blauwe jasjes met grijze kraag en grijze broeken. Het jubileumbal werd opgeluisterd door “The Diamond Five”.In 1968 was de kapel weer op de radio te horen en wel live, een uur lang. Men was aanwezig op de FIRATO in de RAI van Amsterdam.

In de zeventiger jaren werd de gang van zaken steeds professioneler, daardoor vaker contracten moesten worden afgesloten. Dit maakte de vorming van een bestuur noodzakelijk. Het eerste bestuur bestond uit voorzitter Jef Janssen, secretaris Jean Warnier (trompet), penningmeester Jean-Marie Wolfs en kapelmeester Henri Partouns. Na het vertrek van Jef Janssen werd Jean-Marie Wolfs voorzitter en in 1997 werd Roger Janssen bestuurslid, nadat jean Warnier was gestopt. Tot in de zeventiger jaren werd de kas van de kapel beheerd door Joke Partouns, bestuurslid van de KOH.
In 1976 kreeg men weer nieuwe uniformen en de outfit werd aangepast aan de Egerländer muziek, namelijk zwarte broeken en Tiroler hesjes.
In dat jaar werd het 20-jarig jubileum gevierd, onder andere met een Heilige Mis, een koffieconcert door de KOH onder leiding van Matthijs Scheffer en een optreden van de bekende Limburgse popgroep “The Walkers”. Ook kreeg de kapel in de zeventiger jaren een nieuwe naam, namelijk “Die Maastaler”.

In de tachtiger en negentiger jaren bleef de kapel het carnavalsgebeuren opluisteren en deelnemen aan festivals, maar doordat de harmonie een steeds drukkere agenda kreeg, werd het aantal activiteiten verminderd.
In 1996 werd het 40-jarig jubileum gevierd met een receptie en een blaaskapellenfestival.

Door de veroudering van het uniform werd na 30 jaar besloten om de kapel in een nieuw jasje te steken. Er werd gekozen voor een “modernere look”, een blauwe blouse met een zwarte broek. Door de komst van de blauwe blouse werd ook de oude naam van de kapel weer in ere hersteld. Vanaf begin 2006 heet de kapel weer Blaaskapel “De Blauwe Biet”.

 

Geplaatst in Menu artikelen.

Geef een reactie